Transparantie en voorspelbaarheid. Twee kernwaarden die onmisbaar zijn in bestuurlijke processen, zeker wanneer het gaat om gevoelige onderwerpen als de opvang van asielzoekers. Maar wie de gang van zaken rond het mogelijke AZC op Berg en Bosch volgt, vraagt zich oprecht af: wie stuurt hier eigenlijk? De raad? Het college? Of het COA?

We staan op een kruispunt. Onze gemeente (De Bilt) heeft – net als alle andere gemeenten – een taak in de opvang van asielzoekers. Daar draaien we als VVD niet omheen. Maar de manier waarop die taak wordt ingevuld, moet helder, zorgvuldig en democratisch gelegitimeerd zijn. En wat we nu zien, is het tegenovergestelde.
Eén onderzoek, drie verhalen
Neem het zogenaamde “haalbaarheidsonderzoek” rond Berg en Bosch, waarover ik als raadslid in enkele weken tijd drie verschillende verklaringen kreeg: het zou gaan om een onderzoek naar veiligheid dat door de gemeente wordt getoetst, een financiële businesscase, of slechts een flora- en fauna-quickscan.
Drie totaal verschillende interpretaties van één en hetzelfde onderzoek. Wat zegt dat over de regie? Over de duidelijkheid richting inwoners? En bovenal: over de controle die de gemeenteraad zou moeten hebben?
Ook in de klankbordgroep groeit de verwarring
De verwarring rond het haalbaarheidsonderzoek beperkt zich niet tot de raad. Tijdens bijeenkomsten van de klankbordgroep uitten deelnemers stevige frustratie. In de raadsvergadering werd gezegd dat het onderzoek gedeeld zou worden. Maar volgens de beoogde locatiemanager – aanwezig bij beide klankbordavonden – is het een intern stuk dat niet wordt gedeeld. Dus wat is het nu? Wordt het onderzoek openbaar of blijft het achter gesloten deuren? Ook hier geldt: onduidelijkheid ondermijnt het vertrouwen van betrokken inwoners.
Onduidelijkheid als patroon
Het gaat niet alleen om dit ene onderzoek. Uit onze technische vragen blijkt dat de samenwerking tussen COA en gemeente buitengewoon innig is. Dat is op zichzelf niet problematisch – samenwerking kan constructief zijn – maar alleen als de rollen zuiver blijven. En dat lijkt hier niet het geval.
Projectleider J.S. speelt een centrale rol, maar het is onduidelijk of hij handelt namens het college, als onafhankelijke procesbegeleider of als verlengstuk van het COA. Onder verantwoordelijkheid van het COA is er een klankbordgroep opgericht. Maar de gemeentelijke projectleider is wel voorzitter van de klankbordgroep en tegelijk nauw betrokken bij de inrichting van het participatieproces. Een proces dat bovendien nog geen formele kaders kent, en waar de opdracht aan de deelnemers nog steeds niet helder is.
We moeten het durven zeggen: de scheiding tussen initiatiefnemer en beoordelaar is hier flinterdun.
Terug naar de essentie: regie bij de raad
Juist daarom hebben wij als VVD-fractie een initiatiefvoorstel ingediend om de kaders voor asielopvang in De Bilt helder vast te leggen. Welke locaties zijn acceptabel? Hoe zorgen we voor spreiding en draagvlak? Hoe betrekken we inwoners op een betekenisvolle manier?
We willen af van ad-hocbeleid en terug naar voorspelbare besluitvorming. Alleen dan kan de gemeente De Bilt recht doen aan zowel haar verantwoordelijkheid als haar gemeenschap.
"Zonder duidelijk beleid laat de raad ruimte liggen, en neemt het college het stuur over. Maar het is de volksvertegenwoordiging die moet bepalen wat verantwoord en passend is in onze gemeente."
— Ralph P. Jacobs, fractievoorzitter VVD De Bilt
De vraag blijft staan
Dus wie stuurt hier eigenlijk? Als we niets doen: het COA. Of ambtenaren zonder mandaat. Maar als de raad haar verantwoordelijkheid pakt – zoals wij dat met dit voorstel willen – dan komt het stuur weer waar het hoort: in handen van de mensen die er politiek op aanspreekbaar zijn.