Na jaren van gesteggel krijgt
het plan van projectontwikkelaar Verwelius voor het Hessingterrein in De Bilt een
nieuw hoofdstuk. Na de vernietiging van het gemeenteraadsbesluit door de Raad
van Staten, heeft het College het ongewijzigde bestemmingsplan weer aan de gemeenteraad
voorgelegd. Nu blijken de coalitiepartijen echter hun eigen College te
wantrouwen en sturen aan op het alsnog afkeuren van de plannen.
Op dinsdag 10 oktober was het tweede
gedeelte van een extra raadsvergadering over het besluit van de Raad van Staten
om de ‘NEE’ tegen het nieuwebestemmingsplan, Utrechtseweg 341 (plan Verwelius)
in De Bilt, te vernietigen. Het College heeft haar positie duidelijk kenbaar
gemaakt door het bestemmingsplan, ongewijzigd, opnieuw ter vaststelling aan de
gemeenteraad voor te leggen.
Vanuit de constructieve oppositie
die de VVD voert kan het opnieuw voorleggen alleen maar worden aangemoedigd. Het
is namelijk goed nieuws voor De Bilt als er nieuwe woningen kunnen worden
gebouwd: de woningnood is hoog. Elke dag dat de politiek de beslissing uitstelt
en het project daarmee vertraging oploopt, is een dag langer wachten voor
nieuwe bewoners om hun sleutel te krijgen. Daarbij loopt ook het financiële
risico voor de gemeente verder op, aangezien de ontwikkelaar steeds meer schade
oploopt en dit waarschijnlijk kan verhalen op de gemeente. Principieel vindt de
Biltse VVD het ook cruciaal dat het originele plan doorgang kan vinden: een
ontwikkelaar moet kunnen rekenen op de met de gemeente gemaakte afspraken, een basisprincipe
voor betrouwbaar bestuur.
De coalitie partijen (GL, PvdA,
D66 en SP) hebben in een motie opgeroepen om binnen twee maanden een onderzoek
te doen naar waar ”onduidelijkheid bestaat, waaronder in elk geval, maar niet
uitsluitend: (i) het functioneren van de faunapassage; (ii) de geschiktheid van
de bufferzone; (iii) de kwalificatie van het foerageergebied en (iv) de
afscherming van de wijk met omliggende gronden;” Een onderzoek naar
onduidelijkheid die niet bestaat.
De VVD heeft aangegeven dat dit
al is onderzocht na de commissievergadering ‘ruimtelijke ordening’ van 2
december 2021! Op 7 december 2021 heeft overleg plaatsgevonden met gemeente De
Bilt, provincie Utrecht, ODRU, E-consultancy en BWZ Ingenieurs. De conclusie is
dat de door insprekers gestelde twijfel aan de kwaliteit en zorgvuldigheid van
de onderzoeken niet wordt gedeeld (de relevante passages uit de notulen van dit
overleg staan onderaan dit bericht). De onderzoeken zijn onder begeleiding van
strikte protocollen uitgevoerd en beoordeeld en akkoord bevonden door de ODRU
en provincie. Hier staat de gemeente en de provincie, tot op de dag van
vandaag, achter.
Het door de coalitie gevraagde
onderzoek heeft er alle schijn van dat de coalitie de portefeuillehouder niet
vertrouwd. Daarnaast zoeken ze naar mogelijkheden om, kosten wat het kost, het plan
Verwelius niet te verlenen. Soms is het beter je fouten te erkennen en deze zo
snel mogelijk te herstellen. Daarom kan deze motie voor een onderzoek niet
anders gezien worden, dan een motie van wantrouwen.
VVD fractievoorzitter Ralph
Jacobs: “De Bilt heeft woningen nodig. Die gaan er niet komen met het huidige onbetrouwbare
bestuur. De Raad moet nu doorpakken en de gemaakte afspraken nakomen zodat er
snel begonnen kan worden aan de realisatie van woningen.”
De Biltse VVD benadrukt het
belang van ‘betrouwbaar bestuur’, er is geen enkele ontwikkelaar die straks nog
wil of kan ontwikkelen in De Bilt. Door onder andere de 30-20-50 regels en de
bizar lage parkeernormen, maakt de VVD zich grote zorgen over de toekomst van
De Bilt, vier jaar GroenLinks zorgt straks voor 100 jaar parkeerproblemen en
nul extra woningen!
Relevante passages
uit de notulen van het overleg op 7 december 2021:
“In het aangetaste
gebied komen diersoorten voor, maar het zijn met name soorten die zich
makkelijk aanpassen aan de nieuwe situatie. Daarbij komt dat de aantasting een
gebied betreft van een kwalitatief laag natuurniveau en dat er in de te
realiseren natuur een aanzienlijke kwaliteitsverbetering wordt bereikt die
zowel publiek- als privaatrechtelijk is geborgd. Met name in de route van- en
naar de faunapassage betreft het een grote kwaliteitsverbetering tot
kwalitatief hoogwaardige natuur. Afgezien van de verbreding van de aanloop naar
de passage verbetert de werking ook door de inrichting voor de soorten die
gebruiken (moeten) maken van de passage. De huidige weilanden hebben nu de
bestemming agrarisch, maar die wordt met het nieuwe plan omgezet naar de
bestemming natuur.
Voor wat betreft de
diersoorten waarvoor een ontheffingsaanvraag Wnb is ingediend kan nog geen
uitsluitsel worden gegeven, omdat deze nog ter beoordeling bij de provincie
Utrecht voorligt. Deze ontheffingen moeten zijn verleend voor de daadwerkelijke
bouwactiviteiten beginnen. Voor het vaststellen van het bestemmingsplan is dat
nog niet noodzakelijk. Wel is vooruitlopend op de aantasting in het
bestemmingsplan rekening gehouden met compenserende maatregelen. Voor de
ontheffing wordt het belang van de soort afgewogen tegen het belang van de
ruimtelijke ontwikkeling. De das verkeert in een goede staat van instandhouding
wat meeweegt in een dergelijke belangenafweging.
De opvatting dat er
sprake is van te weinig gebiedskennis wordt niet gedeeld. De onderzoeksbureaus
zijn goed bekend met het gebied. Daarbij is het DNA-onderzoek naar de das is
begeleid door dassendeskundigen waarbij ook de lokale kennis is meegenomen. Ook
inbreng van de Vogelwacht is hierin meegenomen. Alhoewel lokale kennis
weliswaar in de onderzoeken is verwerkt, is dat geen vereiste is om tot
professioneel onderzoek te komen. “