Waarom Provincie Utrecht moet vasthouden aan de nulstand voor wilde zwijnen

Vandaag buigt de Raad van State zich over het hoger beroep van de provincie Utrecht tegen het verbod op het afschieten van wilde zwijnen. De rechtbank Midden-Nederland oordeelde eerder dat het nulstandbeleid onvoldoende was onderbouwd en schorste de ontheffing voor afschot. De provincie wil echter terecht vasthouden aan het beleid om wilde zwijnen buiten de aangewezen leefgebieden te weren, vanwege risico’s voor landbouw, verkeersveiligheid en volksgezondheid.

De VVD De Bilt steunt dit nulstandbeleid, dat sinds begin jaren 2000 bestaat. Het is destijds ingevoerd om te voorkomen dat wilde zwijnen zich verspreiden naar dichtbevolkte of kwetsbare gebieden waar zij niet thuishoren en waar de negatieve impact op mens en natuur groot is. Zwijnen zijn sterke gravers en planten zich snel voort. In korte tijd kunnen ze enorme landbouwschade aanrichten, verkeersrisico’s veroorzaken en een rol spelen in de verspreiding van dierziekten zoals Afrikaanse varkenspest.

Om die reden is in Nederland vastgelegd dat wilde zwijnen slechts in drie specifieke gebieden mogen leven:

  • De Veluwe (Gelderland)

  • Nationaal Park De Meinweg (Midden-Limburg)

  • Natuurgebied Meerlebroek (Noord-Limburg)

    Dat dit beleid nodig is, blijkt uit het inmiddels beruchte voorbeeld van Nunspeet. Daar werd begin deze eeuw onder druk van dierenorganisaties de drijfjacht op wilde zwijnen afgeschaft. Het gevolg: een explosieve groei van de populatie, met duizenden zwijnen op de Veluwe, gevaarlijke verkeerssituaties en grote schade aan landbouw en natuur. De lokale wethouder sloeg in 2008 alarm en waarschuwde dat "wilde zwijnen nog levens gaan kosten". Uiteindelijk moest er alsnog worden ingegrepen. De populatie werd met intensief afschot weer teruggebracht naar beheersbare aantallen. Dit incident laat glashelder zien wat er gebeurt als ideologie boven realiteitszin wordt geplaatst. Van zulke fouten moeten we leren. De geschiedenis mag zich niet herhalen.

    Waar het provinciale beleid zoekt naar balans tussen veiligheid, natuur en leefbaarheid, zien we dat sommige partijen zich dogmatisch opstellen. Ze verdedigen het absolute recht van wilde dieren om zich overal vrij te vestigen, ongeacht de gevolgen voor omwonenden, boeren of verkeersveiligheid. Dat is geen werkbare koers. Realistisch beleid vraagt om het maken van keuzes, en soms ook om ingrijpen. Niet uit willekeur, maar uit verantwoordelijkheid voor de samenleving als geheel. Realisme boven dogmatisme – dát is waar de politiek toe dient.

    De recente discussie over de wolf in Nederland laat zien dat vergelijkbare spanningen ontstaan rond andere soorten. Net als bij de zwijnen is ook bij de wolf sprake van toenemende onzekerheid bij inwoners en schade aan natuur, huis- en landbouwdieren. Een vergelijkbare gebiedsgerichte benadering – met duidelijke grenzen en waar nodig een nulstand – zou ook daar een logische vervolgstap zijn.

    Tot slot wil de VVD De Bilt haar grote waardering uitspreken voor de Wildbeheereenheden (WBE’s) die – in nauwe samenwerking met natuurorganisaties –  fantastisch werk leveren. Zij staan dagelijks in het veld, nemen verantwoordelijkheid voor populatiebeheer, en zorgen ervoor dat mens en natuur in harmonie kunnen samenleven. Dat verdient niet alleen vertrouwen, maar ook politieke rugdekking.