De VVD De Bilt vindt het onbegrijpelijk dat het college de gemeenteraad afraadt om in te stemmen met de startnotitie Visie op de Opvang van Asielzoekers. De partij stelt dat het college juist zélf verwarring en onduidelijkheid veroorzaakt door jarenlang zonder heldere kaders te opereren — en pas laat de gemeenteraad bij het proces te betrekken.
College: startnotitie komt ‘te laat’
In een brief van 27 mei adviseert het college van burgemeester en wethouders de raad negatief over het initiatiefvoorstel van de VVD. Volgens het college zou de startnotitie verwarrend zijn voor inwoners en initiatiefnemers, omdat er inmiddels al een traject loopt richting een mogelijke opvanglocatie op het terrein van Berg en Bosch. Ook zouden de voorstellen van de VVD onrealistisch en juridisch ingewikkeld zijn.
Met name de passage waarin de VVD stelt dat opvanglocaties idealiter maximaal 30 personen zouden moeten huisvesten, wordt door het college als onuitvoerbaar bestempeld. Bij zulke kleinschalige opvang is het COA naar eigen zeggen niet in staat om voldoende begeleiding, dagbesteding en toezicht te organiseren. De verantwoordelijkheid zou dan volledig bij de gemeente komen te liggen.
Een open voorstel, geen dogma
De VVD wijst erop dat de startnotitie nadrukkelijk bedoeld is als voorzet voor een zorgvuldig beleidsproces. “Als het college 30 mensen per locatie te weinig vindt: prima. Dan zijn we benieuwd waar zij wél mee kunnen leven. Is 40 of 50 dan wél verantwoord? Of is 300 de enige optie die het college bespreekbaar vindt? Dat is absurd veel,” aldus Jacobs. “In plaats van alleen ‘nee’ te zeggen, verwachten wij een inhoudelijke reactie van het college — niet van het COA.”
VVD: dit is precies waarom een visie nodig is
De VVD noemt de reactie van het college illustratief voor het gebrek aan regie. “Het college zegt dat onze visie te laat komt, terwijl het traject pas eind 2024 is gestart en de gemeenteraad tot op heden géén kaderstellende rol heeft kunnen spelen,” zegt fractievoorzitter Ralph P. Jacobs. “Wat het college verwarring noemt, is in werkelijkheid het gevolg van een besluitvormingsproces dat over de hoofden van inwoners en raad heen is gevoerd.”
De partij benadrukt dat zij juist met de startnotitie duidelijkheid wil scheppen. “Eerst een visie, dan een locatie. Eerst de kaders, dan de uitvoering. Dat is de logische volgorde bij ieder dossier van betekenis,” aldus Jacobs. “Zeker bij een ingrijpend besluit als de vestiging van een AZC.”
Motie M15-2025 biedt onvoldoende grip
Het college verwijst in haar reactie naar motie M15-2025, die eerder unaniem door de raad werd aangenomen. Die motie regelt dat de raad in een later stadium geïnformeerd wordt over de uitkomsten van ambtelijke omgevingstafels en input kan leveren voor de bestuursovereenkomst met het COA.
Maar volgens de VVD gaat die motie niet ver genoeg. “Met M15-2025 hebben we invloed achteraf geregeld,” zegt Jacobs. “Met onze startnotitie willen we het proces van tevoren op orde brengen. Als we nu niet helder afspreken hoe we omgaan met locatiekeuze, participatie, draagvlak en veiligheid, blijven we van incident naar incident hollen.”
Het is aan de raad
De partij benadrukt dat het college zich niet kan verschuilen achter uitvoeringsinstanties. “De raad stelt het beleid vast, niet het COA. Juist daarom is deze discussie nodig, en juist daarom hoort de gemeenteraad nu het stuur in handen te nemen.”