Burgemeester Gerritsen: Wij horen bij elkaar!

Op donderdag 8 februari was de nieuwjaarsreceptie van Gemeente De Bilt. Burgemeester Gerritsen stond in zijn toespraak stil bij de verschrikkelijke gebeurtenis in Parijs. Hij benoemde dat we die dingen moeten blijven doen die we nodig vinden voor onze samenleving.

Op donderdag 8 februari was de nieuwjaarsreceptie van Gemeente De Bilt. Burgemeester Gerritsen stond in zijn toespraak stil bij de verschrikkelijke gebeurtenis in Parijs. Hij benoemde dat we die dingen moeten blijven doen die we nodig vinden voor onze samenleving. “Overal zie je vrijwillige en beroepsmatige inzet om samen een samenleving te zijn. Wij laten ons niet uit elkaar spelen. Wij horen bij elkaar! Het is dat werk en dat gevoel dat ons als een ijzersterk weefsel aan elkaar bindt.”

Ziehier de volledige tekst: Uiteraard begin ik graag met u hartelijk welkom te heten bij deze nieuwjaarsreceptie van het gemeentebestuur van De Bilt. Ik ben blij dat u met zovelen hier naar toe bent gekomen. Met verschillende achtergronden, met verschillende belangen, uit verschillende dorpen, maar ondanks al die verschillen met het gemeenschappelijke gevoel dat we bij elkaar horen, dat we veel, zo niet alles, voor elkaar kunnen betekenen.

Op de drempel van een nieuw jaar behoor je vooruit te kijken. Te kijken naar nieuwe ontwikkelingen, nieuwe perspectieven die zich in ons werk, in ons leven zullen voordoen en waarvan we hopen dat ze positief uitpakken, voor onszelf, voor onze naaste, voor de mensen om ons heen. En een kleine terugblik op het voorbije jaar mag ook. Kort omzien naar wat er is gebeurd, wat er is veranderd. Maar ik vraag uw begrip als ik u zeg dat me dat vandaag niet gemakkelijk afgaat.

Wat er gisteren in Parijs is gebeurd laat niemand onberoerd. Het gewelddadige verlies van zoveel mensenlevens, het peilloze verdriet waarin velen zijn gestort, de weerzinwekkende beelden van politieagent Ahmed Merabet, die voor onze ogen wordt vermoord en de totale ontreddering die op al die ellende volgde. Het omklemt ons. Het grijpt ons en laat niet los. En net zo diep worden we geraakt door de kwade bedoeling van al dat geweld: barbaarse wraakneming en het terroriseren van onze vrijheid, het scheppen van een klimaat waarin angst ons weerhoudt van het vrije genot van onze burgerrechten, het creëren van een sfeer waarin we bang moeten zijn om onze opvattingen te vertellen, op te schrijven of te tekenen en het splitsen van de samenleving en het tegen elkaar opzetten van bevolkingsgroepen.

Als er íets is dat de aanslag in Parijs zou moeten teweegbrengen dan is het rust. Dat klinkt misschien een beetje raar. Rust, door gewoon gebruik te blijven maken van onze vrijheid van meningsuiting. Rust, door zoveel mogelijk gewoon te blijven spreken, schrijven en tekenen. Rust, door niet bang te zijn. Rust, door ons met al onze verschillen, als ongelovige, als christen, als jood, als moslim, als wat dan ook, niet uit elkaar te laten spelen.

Wij zijn een vredelievend volk. En laat er geen misverstand over bestaan dat ‘vredelievend’ iets anders is dan ‘om de lieve vrede’. Om de lieve vrede leg je je neer bij bedreiging en geweld. Maar vredelievendheid vergt stellingname. In woord en daad. Dat is precíes de les die we elk jaar op 4 mei herdenken! Dat gaat dus niet over 70 jaar geleden, maar over nú. Over het heden van ons en de toekomst van onze kinderen!

En weet u wat nou zo mooi is? Dat we zonder dat we daar bij stilstaan met elkaar eigenlijk elke dag al aan die vrede bijdragen door gewoon de dingen te doen die we nodig vinden voor onze samenleving. Ook lokaal, in onze mooie gemeente en in de prachtige dorpen waarin we leven en werken. Welzijnsinstellingen, zorgverleners, kerken en geloofsgemeenschappen, belangenverenigingen, trouwe mantelzorgers, wijk- en dorpsraden, ondernemers, sportverenigingen, hulpdiensten zoals politie en brandweer, in cultuur, kunst en muziek, overal zie je vrijwillige en beroepsmatige inzet om sámen een samenleving te zijn. Wij laten ons níet uit elkaar spelen. Wij horen bij elkaar!

Het is dát werk en dát gevoel dat ons als een ijzersterk weefsel aan elkaar bindt. Dat ons gelukkig laat zijn in onze dorpsgemeenschappen. Dat ons laat zien dat er altijd meer is dan het eigen ‘ik’. En dat ons de veerkracht geeft om tegenslagen en bedreigingen, ver weg of, onverhoopt, dichtbij, te overwinnen.

Ik heb mij afgevraagd of ik vanavond meer zou zeggen, maar meer dan dit is het niet. Van harte wens ik u veel heil en zegen in het komende jaar toe!